Donderdag 5 juni gaan we ’s morgens met de auto naar Nieuwerkerk en dan met de bus, die ons in slechts 10 minuten in Zierikzee brengt, waar we de route weer oppikken.
Regenradar had vanaf 11 uur droog weer belooft, maar niets blijkt minder waar. Gelijk bij het begin schuilen we maar even bij een tuincentrum. Als het daarna zo goed als droog is, gaan we maar weer. Maar het droge weer duurt maar kort. En de afwisseling droog en dan weer regen duurt ongeveer een uur, maar dan breekt de zon door en die laat ons de rest van de dag ook niet meer in de steek.
Al vrij spoedig komen we in Capelle. Dit dorp is bijna helemaal van de aardbodem verdwenen, slecht 2 huizen zijn blijven staan. Hier kwam het water van 3 kanten de polder binnenstromen, ongeveer 20 huisjes stonden er, enkele boerderijen en een chicoreifabriek. Door de slechte staat van de huizen, er werd zelfs in onbewoonbaar verklaarde huizen gewoond, stortte alles in.
Het meest trieste is wel dat een pas geboren kindje ook slachtoffer is geworden. Het had nog niet eens een naam. Het officiële aantal mensen dat tengevolge van de ramp is omgekomen is , wordt daarom gesteld op 1835 + 1. ( voor fotoverslag, klik HIER )
Verderop in de route wandelen we een eindje langs de Oosterschelde en ook komen we langs het Watersnoodmuseum.
Nu museum, in november 1953 waren deze caissons de afsluiting van het grote dijkgat bij Ouwerkerk.
Ruim 9 maanden lang stroomde het zeewater hier 2 maal per dag de polder in en uit.
Het dichten van de dijk is gebeurd met Engelse Phoenix-caissons, die oorspronkelijk bedoeld waren voor de niet uitgevoerde landing van de geallieerden bij Oostende.